FOKREGLEMENT   Nederlandse Oud Duitse Herdershonden Vereniging.

Goedgekeurd door de ALV op 28-05-2017

Ingaande 28-05-2017

  

ALGEMEEN

1.1       Het Rasspecifiek Fokreglement voor de Oudduitse Herdershond beoogt bij te dragen aan de behartiging van de belangen van het ras “Oudduitse Herdershond” zoals deze zijn verwoord in de statuten en het huishoudelijk reglement van de rasvereniging voor de Nederlandse Oudduitse Herdershonden Vereniging. Dit rasspecifiek fokreglement is goedgekeurd door de Algemene Ledenvergadering van de Nederlandse Oudduitse Herder Vereniging op 28 mei 2017.  Inhoudelijke aanpassingen van dit rasspecifiek fokreglement kunnen uitsluitend plaatsvinden met instemming van de algemene ledenvergadering van de Nederlandse Oudduitse Herdershonden Vereniging.

1.2      De definities en regelgeving zoals deze zijn vastgesteld in het Kynologisch Reglement van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland zijn ook van toepassing op dit Rasspecifiek Fokreglement.                                                                                                                                                         

1.3      Het bestuur van de Nederlandse Oudduitse Herdershonden Vereniging heeft de “Criteria t.b.v. het toekennen van kennelnamen” vastgesteld door de Raad van beheer overgenomen als regels voor elke bij de NODHV aangesloten fokker. Voor alle genoemde criteria geldt, dat het welzijn en de gezondheid van de hond(-en) niet mogen worden geschaad. Dit staat ter beoordeling aan de NODHV. 


1.4      Elke fokker aangesloten bij de Nederlandse Oudduitse Herdershonden Vereniging dient zich te houden aan het fokreglement en dient controle van de fokcommissie op de naleving van dit reglement toe te staan.
  
1.5      Als fokker wordt door de vereniging aangemerkt, diegene die eigenaar is van de fokteef.
  

1.6      Het is een fokker, aangesloten bij de Nederlandse Oudduitse Herdershonden vereniging, niet toegestaan om te fokken met Oudduitse Herdershonden buiten de vereniging om en/of voor een andere vereniging, de Raad van Beheer is uitgezonderd.


1.7      De bepalingen van dit fokreglement gelden ook voor combinaties van Langstokhaar Duitse Herdershonden, die in het bezit zijn van een NHSB-stamboom. Naast het aanvragen van stambomen bij de Raad van Beheer door de fokker krijgen de pups een certificaat van fokniveau waarmee aangetoond wordt dat deze pups conform dit fokreglement zijn gefokt.
  
1.8     Vanaf 28-05-2017  is de afname en registratie van DNA voor alle puppen verplicht.
Wel wordt DNA afname van ouderdieren geadviseerd teneinde elke discussie rondom de afstamming uit te sluiten. 
Vanaf 28-05-2017 is de afname en registratie van DNA voor dieren die na deze datum door de NODHV voor de fok worden aangekeurd en goedgekeurd verplicht
Dit DNA profiel zal in eerste instantie gebruikt worden voor bewijs van afstamming en in een later stadium voor nader onderzoek van gezondheid en vererving binnen een ras. Van een DNA afname zal een aantekening worden gemaakt in de database van de NODHV.
DNA dient afgenomen te worden door een erkend dierenarts.

FOKREGELS

2.1      Verwantschap: beide ouderdieren mogen niet met elkaar in relatie staan als:                                  
            ouder x kind                                 
           (half)broer x (half)zus                                  
            grootouder x kleinkind

2.2      Lijnenteelt: kan alleen toegepast worden na goedkeuring door de fokcommissie.  

2.3      Herhaalcombinaties: de combinatie van dezelfde reu en teef (dezelfde oudercombinatie) 
is één maal toegestaan.  
*Bij een 2de herhaling, is er toestemming van het bestuur nodig.

2.4      Minimum leeftijd reu: de minimale leeftijd van de reu op de dag van de dekking moet tenminste 18 maanden zijn.  

2.5      Aantal dekkingen:  een reu mag maximaal 5 nesten voortbrengen  in Nederland, met een totaal van maximum 15 nesten (inclusief dus nesten in het buitenland) gedurende zijn leven.

2.6      Cryptorchide en monorchide: cryptorchide of monorchide reuen zijn uitgesloten van de fokkerij.  

2.7      Gebruik buitenlandse dekreuen : wanneer een Nederlandse fokker voor een dekking een dekreu gebruikt die in het stamboek in het buitenland is ingeschreven, dan moet deze dekreu voldoen aan de eisen van dit fokreglement. De reu dient te beschikken over een showuitslag van minimaal ZG en een geaccepteerde HD en ED uitslag volgens punt 4.3. van dit reglement.  

2.8      Kunstmatige inseminatie (sperma van levende dekreuen): bevruchting door middel van kunstmatige inseminatie is toegestaan.  

2.9      Kunstmatige inseminatie (sperma van overleden dekreuen): bevruchting door middel van kunstmatige inseminatie is toegestaan.  

WELZIJNSREGELS

3.1     Minimum leeftijd teef: de teef mag op het tijdstip van de dekking niet jonger zijn dan  18  maanden

3.2     Maximum leeftijd teef: de teef mag niet worden gedekt na de dag waarop zij 96 maanden oud wordt.  Na 72 maanden dient de teef medisch gekeurd te worden, voor iedere geplande dekking

3.3     Maximum leeftijd 1e dekking teef: Een teef die haar eerste nest zal krijgen mag niet gedekt worden na de dag waarop zij 72 maanden oud is geworden.  
Na de 5 jaar  zal er een goede medische keuring door een dierenarts en een  schriftelijk en getekend overleg van keuring door de dierenarts (bewijs).

3.4     Periodiciteit nesten
Hiervoor gelden de regels overeenkomstig de wet “het Houden van Dieren” waarin het volgende wordt voorgeschreven: Een hond krijgt binnen een aaneengesloten periode van twaalf maanden ten hoogste één nest.

3.5      Aantal nesten: 
Een teef mag gedurende haar leven maximaal  5 nesten krijgen.  

3.6     Keizersnede:  Indien een teef tweemaal een keizersnede heeft moeten ondergaan, om wat voor reden dan ook, mag er met deze teef niet meer gefokt worden.

GEZONDHEIDSREGELS  

4.1      Gezondheidsonderzoek ouderdieren: De aankeuring voor de fokgeschiktheid moet aantonen dat de hond over een goede lichamelijke en mentale gezondheid beschikt. Deze aankeuring kan plaatsvinden vanaf de leeftijd van 15 maanden.  

4.2      Herbeoordeling en/of heroverweging: als de eigenaar zich niet kan verenigen met de uitslag van een verricht onderzoek, kan deze conform het door de Raad van Beheer vastgestelde algemeen onderzoeksreglement en het betreffende onderzoeksprotocol om herbeoordeling en/of heroverweging van de uitslag vragen. Totdat de uitslag van de herbeoordeling en/of heroverweging bekend is, blijft de oorspronkelijke uitslag van het onderzoek waarvoor herbeoordeling en/of heroverweging is gevraagd geldend.  

4.3     Verplichte onderzoeken: op basis van onderzoek zijn de volgende gezondheidsproblemen binnen het ras vastgesteld en moeten de ouderdieren vanaf een leeftijd van minimaal 12 maanden worden onderzocht op: heupdysplasie en elleboogdysplasie, conform het onderzoeksprotocol van de Raad van Beheer. Het resultaat van het HD-onderzoek moet HD-A of HD-B  zijn en van het ED-onderzoek moet ED-vrij zijn.  

4.4     Fokcombinaties kunnen op basis van de HD-beoordeling alleen gevormd worden door: HD-A x HD-A, HD-A x HD-B. Pennhip uitslag zoals hierboven vermeld is bij zowel HD-A als HD-B toegestaan.  

4.5      Epilepsie: Honden die lijden aan epilepsie mogen niet (meer) voor de fokkerij worden ingezet.

4.6      Degeneratieve Myelopathie 

4.6.1   DM lijder: 
De beslissing over het wel of niet fokken met een DM-lijder wordt aan het bestuur overgelaten. De hond moet een extra bijdrage kunnen leveren in vergroting van de genetische variëteit, dit ter beoordeling aan het bestuur.

4.6.2   Ouderdieren DM lijder of drager: 
Wanneer één van de ouderdieren DM lijder, DM drager of niet op DM is getest, moet er altijd een geteste DM vrije hond tegenover staan.

4.6.3   Ouderdieren DM vrij door vererving: 
Het gebruik van fokdieren met DM vrij door vererving is alleen toegestaan als er een geteste DM vrije hond tegenover staat.

4.6.4   Vanaf 28 mei 2017 is het testen op DM voor dieren die na deze datum door de NODHV voor de fok worden aangekeurd en goedgekeurd verplicht. Geadviseerd wordt om alle dieren waarmee gefokt wordt op DM te testen.

GEDRAGSREGELS

5.1      Karaktereisen: beide ouderdieren moeten voldoen aan de karaktereisen zoals die in de rasstandaard zijn beschreven, of wanneer de rasstandaard geen (actuele) beschrijving van het karakter bevat, zoals redelijkerwijs van het betreffende ras mag worden verwacht. Met dieren die lijden aan agressiviteit, angst of nervositeit mag niet worden gefokt.  

5.2     Gedragstest : Deze aankeuring moet plaatsvinden door deskundigen,  welke zijn aangewezen door de Nederlandse Oudduitse Herdershonden vereniging. De aankeuring voor de fokgeschiktheid verloopt conform de door de Nederlandse Oudduitse Herdershonden vereniging opgestelde en/of goedgekeurde onderzoeksprotocollen.   

EXTERIEURREGELS

6   Algemeen:

Beide ouderdieren dienen aan de ras standaard te voldoen. Voor de Duitse Herder Lang Stokhaar is dit de door de FCI vastgestelde standaard. Voor de Oudduitse Herder is dat de standaard zoals vastgesteld door het bestuur van de NODHV.

6.1     Kwalificatie : de beide ouderdieren moeten minimaal één keer hebben deelgenomen aan een door de Raad van Beheer en/of FCI gereglementeerde expositie of een door de rasvereniging georganiseerde clubmatch. Daar dienen zij als resultaat minimaal een ZG te hebben behaald. Daarnaast dienen beide ouderdieren te hebben deelgenomen aan de fokgeschiktheids aankeuring georganiseerd door de rasvereniging zie punt 7

 

FOKGESCHIKTHEIDSAANKEURING

7.1       Kwalificatie: Fokdieren dienen middels een fokgeschiktheidsaankeuring geschikt te worden bevonden voor de fok. Het resultaat van de fokgeschiktheidsaankeuring is geschikt bevonden voor de fok óf ongeschikt bevonden voor de fok. Honden worden niet ingedeeld in een keurklasse.

7.2      Uitslagen: Vóór aanvang van de fokgeschiktheidsaankeuring dienen alle röntgenonderzoeken afgerond te zijn en zowel de resultaten hiervan als de  showresultaten bekend te zijn bij de fokcommissie van de NODHV. Alle resultaten moeten vallen binnen de door de NODHV gestelde eisen.  

 

7.2.1  De fokgeschikheidsaankeuring kan gedaan worden voor dat alle testen gedaan zijn. Vanaf een leeftijd van 15 maanden  Mits men al bezig is met de gestelde onderzoeken. Het fokgeschikheidscertificaat wordt pas afgeven als alle testen binnen zijn, en binnen de gestelde eisen vallen

 

7.3     Aankeuringsfrequentie: De fokkeuring zal in principe tweemaal per jaar plaatsvinden op een door de NODHV aangewezen plaats en datum, indien noodzakelijk vaker. Op andere data, die op verzoek van de eigenaar van de hond zijn gepland, zullen tevens de reiskosten van derden in rekening worden gebracht.  

7.4    Verstrekking fokcertificaat: Een fokreu of fokteef krijgt, nadat hij/zij aan alle voorwaarden heeft voldaan, een fokcertificaat, geldig voor het leven. Dit  fokcertificaat kan door de vereniging worden ingetrokken wanneer blijkt dat  nakomelingen, waarvan gebleken en bewezen is, dat zij zware fouten en gebreken hebben, dan wel dat zij duidelijk lijder zijn van afwijkingen. Dit zal gepubliceerd worden op de site van de vereniging en in het clubblad. 

7.5     Indien de hond de vereiste kwalificatie niet behaald heeft, mag de hond eenmaal voor herbeoordeling worden aangeboden.

Reeds elders bij een Nederlandse Vereniging aangekeurde fokdieren kunnen om overschrijving van het fokcertificaat vragen. De eerder afgegeven fokgeschiktheid wordt dan door het bestuur getoetst. 
Bij twijfel wordt er een herkeuring aangeboden. Deze herkeuring zal bepalen of de eerder afgegeven Fokgeschiktheid (welke bij een andere vereniging heeft plaatsgevonden) wordt overgenomen. Bij akkoord wordt er een aangepast NODHV Fokgeschiktheid Certificaat afgegeven

VERPLICHTINGEN VAN DE FOKKER ROND dekaanvraag, dek- en geboortemelding, opfok en afgifte pups.

8       De vereniging kent leden en leden die tevens fokker zijn van de vereniging. De status van een fokker van de Nederlandse Oud Duitse Herdershonden Vereniging is af te lezen aan de door de vereniging verstrekte kennelerkenning. Een kennelerkenning is het bewijs van overeenstemming betreffende het fokbeleid van de NODHVV en tevens een weergave van een grondig onderzoek naar zowel de sociale als de hygiënische omstandigheden en naar de plaats waar de pups worden geboren. De fokkers van de vereniging staan dan ook vermeld in het orgaan van de vereniging en op de website.

8.1     De eigenaar van de teef dient ruim voor het tijdstip van dekking een dekaanvraag in te dienen bij de fokcommissie.
Indien akkoord zal de fokcommissie een ‘goedkeuring’ dekaanvraag van de betreffende combinatie afgeven.  

8.2    Na de dekking dient de fokker het dekformulier te laten invullen en te laten ondertekenen door de eigenaar van de dekreu, met vermelding van de gegevens van de betreffende dekreu. Uiterlijk 10 dagen na de dekking dient de fokker het volledig ingevulde dekformulier op te sturen naar de fokcommissie.  

8.3    Uiterlijk 8 dagen na de geboorte dient één geboorteformulier opgestuurd te worden naar de fokcommissie.  

8.4    Als de pups geënt en gechipt zijn dient het tweede geboorteformulier. Eén barcodesticker behorende bij de betreffende pup wordt meegestuurd waardoor deze sticker toegevoegd kan worden aan het afstammingsbewijs. In geval van Langstokhaar Duitse herdershonden combinaties zal de barcodesticker toegevoegd worden aan het “certificaat van fokniveau”.  

8.5    De fokker dient de mogelijkheden te creëren om de pups zo optimaal mogelijk hun inprentingsperiode en het begin van de socialisatieperiode te doorlopen. Hierbij wordt gedacht aan: regelmatig contact met verschillende mensen, het laten kennismaken met alledaagse indrukken. De fokcommissie zal bovenstaande controleren door middel van een bezoek aan het desbetreffende nest.  

8.6    De moederhond dient de gehele opgroeitijd bij de pups te blijven, maar er moet voor de moederhond wel een mogelijkheid zijn om zich te kunnen afzonderen van het nest. Hiervan kan worden afgeweken als daar een gegronde reden voor is en de reden waarom gemeld is aan de fokcommissie.

8.7     Ontwormen en enten: de fokker draagt zorg voor het deugdelijk ontwormen of titeren en inenten van de pups volgens gangbare veterinaire inzichten. De pups dienen gechipt te worden en voorzien van een volledig door de dierenarts ingevuld en ondertekend Europees Dierenpaspoort.  

De voor ontwormen en enten vastgestelde schema´s zijn:
Ontwormen in de 3e, 5e en 7e week.

Enten in de 6e, 9e en 12e week hetgeen impliceert dat de laatste twee entingen veelal zullen plaatsvinden bij de nieuwe pup eigenaren.

8.8      Afgifte pups: de pups mogen niet eerder worden afgeleverd dan op de leeftijd van 7,5 weken en met een gewicht van minimaal 6 kilogram. Wegen zij minder dan 6 kilogram dan uitsluitend na overleg met de dierenarts. Zieke pups moeten bij de fokker blijven tot zij volgens een dierenarts geheel hersteld zijn. Zichtbare en onzichtbare gebreken moeten aan de nieuwe eigenaar gemeld worden. De pups worden uitsluitend verkocht met een schriftelijke koopovereenkomst. De fokker is vrij een eigen overeenkomst te gebruiken of te kiezen voor de Model Koopovereenkomst van de RvB, Afd. G&G.  

8.9    Mocht de fokker niet voldoen aan de eisen dan kan het bestuur besluiten voor het betreffende nest géén afstammingsbewijzen af te geven en/of de fokker een fokverbod op te leggen en/of hem/haar het lidmaatschap van de vereniging te ontnemen. Deze besluiten zullen worden gepubliceerd in het clubblad en op de website van de NODHV.

SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN

9.1     In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de Raad van Beheer in overleg met het bestuur van de rasvereniging.

9.2     Tegen beslissingen van de rasvereniging en/of de Raad van Beheer, waarbij een belanghebbende rechtstreeks in zijn belang wordt getroffen staat bezwaar en beroep open bij de Commissie Certificering respectievelijk de Geschillencommissie voor de Kynologie, overeenkomstig het bepaalde in het reglement betreffende de Geschillencommissie voor de Kynologie  

9.3     Als voorzien kan worden dat zich meer vergelijkbare gevallen zullen voordoen, draagt de Raad van Beheer, in overleg met het bestuur van de rasvereniging, zorg voor aanvulling van dit Rasspecifiek Fokreglement.

9.4     Zowel door de Raad van Beheer als door de rasvereniging kunnen ten aanzien van dit reglement wijzigingen worden voorgesteld. De aanpassingen behoeven in alle gevallen goedkeuring van de Algemene Ledenvergadering van de rasvereniging of van een in de statuten en huishoudelijk reglement van de rasvereniging anders bepaald orgaan of anders bepaalde commissie en van de portefeuillehouder Certificering van het bestuur van de Raad van Beheer.  

9.5     Dit reglement is niet van toepassing op de inschrijving van honden die geboren worden uit een teef gedekt op of voor de dag waarop dit reglement in werking treedt.  

9.6     Gezondheidsuitslagen, exterieur-, gedrags- en/of werkkwalificaties die zijn afgegeven en/of voor de inwerkingtreding van dit reglement hebben plaats- gevonden, worden geacht onder de werking van dit reglement te zijn inbegrepen.